zaterdag 29 december 2012

Mens en zingeving: wat het ook is - Stef Bos


Tijdens de les hebben naar liedjes moeten luisteren en daarbij kregen we vragen om over na te denken.




Misschien is het zien             
Wat je nooit hebt geloofd    
Misschien is het leven    
Op water en brood        
Misschien is het iets        
Dat onzichtbaar wil zijn    
Het licht in de avond        
Dat langzaam verdwijnt     

        
Misschien is het grijs         
Een stad in de mist        
En zijn het de ogen        
In een getekend gezicht    
Misschien is het stil        
Onbereikbaar en ver        
Een wolk aan de hemel          
Een vallende ster                 

Ze noemen het liefde            
Ze noemen het God        
Ze laten het vrij            
Of ze sluiten het op        
Ze noemen het hemel        
Ze noemen het thuis
Wat het ook is            
Wat het ook is.....                  

Misschien is het samen  
Of is het alleen            
Alleen het licht in jouw ogen    
En hoe jij beweegt        
Misschien is het soms
De ogen gesloten        
De handen gevouwen        
De armen geopend        


Ze noemen het liefde        
Ze noemen het God        
Ze laten het vrij            
Of ze sluiten het op        
Ze noemen het hemel        
Ze noemen het thuis        
Wat het ook is            
Wat het ook is            
Jij bent het voor mij        

Ze noemen het alles         
Ze noemen het leven        
Ze noemen het liefde       
Ze noemen het god         
Ze noemen het samen       
Ze noemen het hemel    
Ze laten het vrij 
Ze sluiten het op
Ze noemen het vrijheid     
Ze noemen het weerloos
Ze noemen het passie
Ze noemen het pijn           
Wat het ook is        
Wat het ook is        
Jij bent het voor mij
...

Bij het horen van dit lied bedacht ik dat mensen aan alles een naam geven. Het lied gaat over liefde en vriendschap en bij liefde of vriendschap heb je iemand nodig. 

Mens en samenleving: cohousing


Cohousing

Cohousing heeft 4 grote categorieën: 
  • Praktische voordelen;
  • Sociale en maatschappelijke voordelen;
  • Economische voordelen;
  • Ecologische motieven.
Het zijn voordelen voor verschillende groepen zoals gezinnen, alleenstaande, ouderen,... 
De praktische voordelen: de buren helpen bij het oppassen van de kinderen als er een boodschap gedaan moet worden, iedereen kookt voor de hele buurt en zo wordt er tijd bespaart en is er ook sociaal contact met de buren, er zijn ook crèches of kinderopvang ter beschikking, er is ook een professionele keuken met gezamenlijk aangekochte toestellen,  de groep kan ook luxe - artikelen aankopen omdat ze nu betaalbaar zijn, de ouderen kunnen nu ook veel langer thuis blijven wonen en het is niet duurder dan een traditionele woning nochtans is de levenskwaliteit hoger.

Ik vind dit een heel goed project omdat de mensen zo elkaar helpen en het is goed voor de ouderen omdat ze in hun eigen huis kunnen blijven en zo hen niet moeten aanpassen in een rusthuis.

De sociale en maatschappelijke voordelen zijn: er is een spontane ontmoeting, de gemeenschappelijke voorzieningen worden gestimuleerd maar het respect voor de individuele privacy wordt niet geschonden, de band tussen de buurtbewoners wordt opnieuw versterkt, er wordt met natuurlijke wijze met elkaars achtergronden omgegaan, er is een betrokkenheid met de buitenwereld door hu huis open te stellen als clubhuis of ontmoetingspunt, er wordt ook geleerd om respect voor publieke voorzieningen op te brengen, de aandacht van de andere hun prioriteiten wordt toegenomen, er wordt een democratie opgebouwd, er wordt vroeger een zelfbewustzijn ontwikkeld, doordat de uren elkaar goed kennen is er een groot veiligheidsgevoel en er zijn minder minder scheidingen doordat er een opvangnet is tussen de buren waar je kan praten over de spanningen in een relatie.

De cohousing zorgt voor een goede sociale omgaan met elkaar waardoor er minder spanningen ontstaan en dat is een goede oplossing voor de buren ruzies.

De economische voordelen: de bewoners werken zelf het project uit waardoor er een kost bespaard wordt, de bewoners kiezen zelf wie er komt wonen, het zijn duurzame investeringen, er worden meer ruimten gebruikt, doordat ze allemaal het materiaal gebruiken is er minder nood aan materieel bezit, er is ook een kantoorruimte voorzien waardoor er minder noodzaak is aan verplaatsing, er is ook een uitwisseling van kennis - vaardigheden en expertise, er wordt meer geld uitgegeven aan gemeenschappelijke voorzieningen, het vermindert de kans op rechtszaken omdat elk lid van de cohousing evenveel verantwoordelijkheid draagt en de maaltijdskosten dalen omdat er samen gekookt wordt.

De economische voordelen zorgen ervoor dat elk lid evenveel betaalt en dat vind ik goed zo kan iedereen een beetje sparen om toch iets extra's te kopen voor zichzelf.

De ecologische motieven: door de sociale interactie is er een milieuvriendelijk gedrag, de leden gebruiken de ruimten veel meer, het verminderd het gebruik van de wagen omdat ze carpoolen, er worden moestuinen aangelegd door de leden zelf, de natuur wordt veel meer bewaard, doordat er meer aan recyclage gedaan wordt is er een beter afval - en waterbeheer, doordat de mensen veel meer samenzitten is het energieverbruik lager en er worden milieuvriendelijke producten gebruikt om te bouwen. 

In het algemeen vind ik d cohousing een positief project en er moet veel meer aan cohousing gedaan worden omdat het goed is voor het milieu en het sociaal contact. 

http://www.cohousingplatform.be/index.php?option=com_content&view=article&id=49&Itemid=117

Mens en samenleving: het Rijnlands model


Het Rijnlands model

Het Rijnlands model is een systeem van de maatschappelijke ordening, vernoemd naar het kapitalisme met een menselijk gezicht, dat meestal gebruikt wordt als een alternatief voor het zogeheten Angelsaksisch model waarbij de ruimte aan de krachten van de vrije markt wordt gelaten en de overheid zich afzijdig houdt. Het wordt ook wel neoliberalisme genoemd, de moderne variant van het laissez - faire kapitalisme.
Er wordt veronderstelt dat de overheid zich actief bezighoudt met enkele maatschappelijke domeinen zoals milieu, ruimtelijke ordening, onderwijs en sociale vraagstukken. Er wordt zo over de sociale verzorgingsstaat gesproken. Het Rijnlands model legt de nadruk op het lange termijn denken in plaats van op het korte termijn denken. Het is belangrijk dat de regering eens naar de toekomst kijkt en niet naar het heden, zo moeten op lange termijn leren denken op vlak van winsten maken. De regering heeft ervoor gekozen om de straatverlichting op de snelwegen te doven 's nachts om te besparen maar ik vind dit heel gevaarlijk omdat je minder ziet als het al donker is en dan zijn er geen lichten. De wegmarkeringen zie je maar juist voor de auto door middel van de eigen lichten, waar de weg draait of afbuigt kan je maar zien op het laatste moment. Ze zouden beter op andere dingen besparen dan met de mensen hun veiligheid spelen. Er is nog zo'n voorbeeld, in oktober hebben ze de water aansluitingen van alle huizen in onze straat vernieuwd en in maart gaan ze de hoofdleiding vernieuwen, dus gaan ze opnieuw de straat open leggen om er in te werken. Ze hadden de beide werken beter in één gestoken zodat ze geen 2 maal dezelfde straat moeten open. Zo besparen ze veel werk en geld. 
Het Rijnlands model staat voor een goede samenwerking tussen de overheid, werkgever en de werknemer en dit is zeer belangrijk omdat iedereen elkaar moet begrijpen en naar elkaar kan luisteren. Dat is ook een probleem want de regering stelt iets op en de werkgever geeft het door aan de werknemer en die moet alles oplossen.

Mens en samenleving: I have a dream

I have a dream!!

Er zijn zoveel verschillende culturen in België.
In 2011 waren er 1 119 256 inwoners met een niet - Belgische nationaliteit in België.
De "vreemdelingen" zijn verspreid over de 3 gewesten:
  • Vlaanderen: 427.986
  • Wallonië:: 338.926
  • Brussel: 352.344
De top vijf van buitenlandse nationaliteiten in België in het jaar 2011:
 Nationaliteit
 Aantal
 Italië
 162.826
 Frankrijk
 145.272
 Nederland
 137.780
 Marokko
   84.735
Polen
   49.661










 (Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand & Energie)

Vreemde nationaliteiten in Vlaanderen

Begin 2011 waren er 427.986 vreemdelingen ingeschreven in het Vlaams Gewest. Bijna 2/3de van de buitenlandse bevolking komt uit de Europese Unie.

De top tien van buitenlandse nationaliteiten in Vlaanderen in 2008:

Nationaliteit
Aantal 2008
Aantal 2000
 Nederland
108.661
 74.421
 Marokko
 26.594
 42.266
 Italië
 22.572
 24.547
 Turkije
 19.161
 34.667
 Frankrijk
18.959
 16.928
 Duitsland
 12.250
 11.403
 Verenigd Koninkrijk
 11.898
 12.725
 Polen
11.531
 2.493
 Spanje
10.446
  10.211
 Portugal
7.549
  5.072



















(Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand & Energie)

In 2010 lieten 34.635 personen zich tot Belg naturaliseren in Vlaanderen.


 Er zijn ook asielaanvragers in België, dat wordt gedaan door een asielzoeker is iemand die politiek asiel vraagt. Dit zijn mensen die gevlucht zijn en als ze terugkeren naar het land van herkomst gevaar oplevert door schending van zijn rechten. Ook kan een asielzoeker iemand zijn die zijn land is ontvlucht vanwege de slechte welvaartssituatie in het land van herkomst. Asielzoekers vragen politiek asiel aan in een land waarin zij denken veiliger of beter te kunnen leven. Het asielzoeken is van alle tijden. Ook kerken, kloosters en gymzalen werden vaak gebruikt als asielplaatsen.

Asiel

In 2011 werden er 25.479 asielaanvragen ingediend in België. 
Dit is een stijging met 27,77% in vergelijking met 2010 (19.941 dossiers).
De herkomst van de asielaanvragers is zeer divers. 

De top vijf van de herkomstlanden in 2011:

Herkomstland
% van de asielaanvragen
Afghanistan
10,8 %
Guinee
8,4 %
Irak
  7,6 %
Rusland
6,4 %
Kosovo
5,7 %
 









(bron: Asielstatistieken Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen 2011)

http://www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=5513#B

Ooit was er een Amerikaanse baptistische dominee, Martin Luther King. Hij was een politiek leider en een van de meest prominente leden van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Hij werd beroemd in 1950 - 1960 door zijn geweldloze verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten. In 1963 hied hij een legendarische toespraak: " I have a dream! "  http://delicious.com/redirect?url=http%3A//www.youtube.com/watch%3Fv%3DZ8zj--UT3MI%26feature%3Drelated .
In 1964 kreeg hij ook  nog de Nobelprijs voor vrede.

Ik vind dat Martin Luther King gelijk had en er geen rassenscheiding mag zijn, als we allemaal gescheiden moeten leven is er geen leven meer. Je leert van naar de andere culturen te kijken en hun gebruiken over te nemen. Iedereen lust een Pitta, een Pizza en zoveel meer dat uit andere culturen komt. We zouden dit allemaal niet kunnen eten als de "rassen" gescheiden moeten leven.





Mens en samenleving: 50+ en afgeschreven



Werkloosheid bij ouderen

 “Ik sta bij het groot huisvuil: voor de maatschappij ben ik niks meer waard. Ik ben veroordeeld om tot mijn 65ste te doppen.” Freddy De Bosscher is een 59-jarige econoom. Sinds 2008 is hij werkloos. Na maar liefst 200 sollicitaties moet Freddy vaststellen dat bedrijven niet geïnteresseerd zijn in oudere kandidaten. Ook de 54-jarige Wiesje ervaart dat veel werkgevers struikelen over haar leeftijd: “In deze maatschappij moet alles jong, jong en piepjong zijn.” 
Di Rupo I spoort oudere werklozen aan om tot hun 58ste intensief naar werk te zoeken, in plaats van tot hun 55ste. Toch is het in ons land bijzonder moeilijk voor 50-plussers om opnieuw een job te vinden. Volgens arbeidsmarkexpert Jan Denys is onze loonpolitiek het grootste probleem: “Een 50-plusser is bij ons na een carrière van 20 à 30 jaar dubbel zo duur als een 30-jarige, maar presteert daarom niet dubbel zo veel.”
Het gros van onze oudere werklozen is laaggeschoold. In Duitsland speelt autofabrikant BMW daar handig op in: de autobouwer heeft er speciaal een fabriek voor uit de grond gestampt. Bij Barco in Kuurne proberen ze het met een aantal kleine ergonomische aanpassingen. "Door bijvoorbeeld karren in de hoogte verstelbaar te maken, wordt de rug minder belast", aldus HR-manager Yves Bryse.

De politiek veranderd alles, we moeten langer werken, we moeten meer belastingen betalen,... Ik vind het niet juist dat de mensen langer moeten werken, ze worden ouder en gaan meer fysieke problemen krijgen en toch moeten ze nog werken. Er zijn al veel dingen waardoor hun werkt verlicht kan worden maar toch is het lastig voor mensen van 60+. Het is niet verantwoordt op sommige werkplekken dat ze nog zolang moeten werken. Er zijn wel al een paar mogelijkheden zoals 4/5de werken en halftijds werken.

Mens en samenleving: het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs



Moeten te populaire studies duurder worden?


Steeds meer jongeren vinden hun weg naar het hoger onderwijs. Te weinig studenten kiezen echter voor richtingen die aansluiten bij de noden van de arbeidsmarkt. Bovendien zitten de aula’s in de populaire richtingen overvol. Kan het hoger onderwijs de instroom sturen door het inschrijvingsgeld voor knelpuntrichtingen te verlagen, en voor andere te verhogen?

Ja

André Oosterlinck, voorzitter van de Associatie K.U.Leuven, pleit voor hoger inschrijvingsgeld voor richtingen die minder kansen bieden op werk
“Er zijn grenzen aan de vrije studiekeuze„
“We hebben te weinig studenten in richtingen zoals Burgerlijk Ingenieur en Chemie. De arbeidsmarkt schreeuwt nochtans om mensen met zo’n diploma. We moeten dat soort richtingen aantrekkelijker maken om onze economische welvaart te garanderen. een halvering of afschaffing van het inschrijvingsgeld voor deze knelpuntstudies zou jongeren kunnen stimuleren.
Voor richtingen zoals letteren, Geschiedenis en Filosofie zouden studenten ter compensatie meer moeten betalen. Ze mogen voor die richtingen kiezen, maar daar hangt een prijskaartje aan vast. Maar dan nog ligt het inschrijvingsgeld bij ons erg laag in vergelijking met andere landen in europa. Beursstudenten zouden niet meer moeten betalen. Voor hen zou ik het inschrijvingsgeld zelfs willen afschaffen.
Ik ben een groot voorstander van de vrije studiekeuze, maar er zijn grenzen. De gemeenschap betaalt via belastingen voor onderwijs en heeft het recht om leerlingen te sturen naar richtingen en beroepen die onze economische groei op peil kunnen houden. als je een richting kiest die weinig perspectieven biedt op de arbeidsmarkt, is het toch niet normaal dat de gemeenschap opdraait voor de kosten?”

Nee

Michiel Horsten, voorzitter van de vlaamse vereniging van studenten, vindt een variabel inschrijvingsgeld een inbreuk op de vrije studiekeuze
“Vooral sociaal zwakkeren worden het slachtoffer„
Meer inschrijvingsgeld vragen voor richtingen die op het eerste gezicht niet rechtstreeks bijdragen tot de economie, is onaanvaardbaar en kortzichtig. Het getuigt van een totaal misprijzen voor de humane wetenschappen. Hoger onderwijs is toch meer dan kennisoverdracht? De persoonlijke ontplooiing en het maatschappelijk functioneren van de student zijn toch ook belangrijk?
Bovendien verwerven studenten humane wetenschappen ook algemene vaardigheden die belangrijk zijn voor de samenleving en de economie. Veel humane richtingen leiden misschien niet rechtstreeks naar een job, maar de studenten krijgen wel een brede vorming. Ze zijn inzetbaar in heel wat jobs waarvoor geen specifieke opleiding bestaat.
Een hoger inschrijvingsgeld voor richtingen die economisch misschien minder interessant zijn, is ook een inbreuk op de vrije studiekeuze. Vooral sociaal zwakkeren zullen daarvan het slachtoffer zijn. Zij zullen verplicht zijn om richtingen te volgen waar veel vraag naar is op de arbeidsmarkt. De studiekeuze mag niet alleen afhangen van de waarde van het diploma op de arbeidsmarkt of de hoogte van het inschrijvingsgeld. Een jongere heeft de grootste kans op succes als hij kiest op basis van zijn persoonlijke interesse en motivatie.”
http://www.klasse.be


Ik vind dat Michiel Horsten gelijk heeft, als ze de ene studierichting duurder maken omdat er geen toekomst achter staat en de andere die wel toekomst brengt verlagen in kosten, is de vrijheid van keuze weggenomen voor studenten. Ik heb gekozen om verder te studeren omdat ik deze richting graag doe en ze graag als mijn beroep zou maken. Maar mensen die geen andere keuze gaan hebben gaan niet graag naar school gaan en gaan ofwel stoppen of er niks voor doen omdat het hen toch niet interesseert. 
Wat ik wel goed vind is dat ze voor de beursstudenten de studies gratis zouden geven, voor sommige is het al moeilijk om al het materiaal aan te kopen en voor hen is het nog moeilijker om rond te komen.

maandag 19 november 2012

Mens en samenleving



Bij onze foto's over de samenleving moesten we onze mening geven over de samenleving.
Dit zijn de woorden die ons als eerste opkwamen.






We moesten in kleine groepjes gaan samenzitten en vertellen wat onze foto's betekende en waarom we deze gekozen hebben.
Dit woordnet is hetgeen wat mij op kwam bij de foto's van de groep.

zaterdag 10 november 2012

Mens en samenleving: Wat doen wij met onze wereld dat zovele jongeren er niet meer in willen leven?

Dit is een grafiek van zelfdoding per leeftijd.
Op deze grafiek is te zien dat er veel pieken zijn per leeftijd, zowel bij mannen als bij vrouwen.
Er is een piek bij mannen tussen de 20 - 29 jaar,  65 - 74 jaar en 84 - 85+.
Bij de vrouwen valt de piek tussen de 45 - 54 jaar en  65 - 79 jaar.
De mannen zijn vatbaarder voor zelfdoding dan de vrouwen.
Grafiek: leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor suïcide
Grafiek van het Vlaamse Gewest, 2010
Grafiek met cijfers van zelfdoding





Een stukje van het artikel uit de standaard:

Mijn student had zijn studie succesvol beëindigd, was graag gezien, sociaal, actief in de jeugdbeweging én muzikant. Hij had alles wat je nodig hebt om iets uit je leven te maken. Toch stapte hij voor die trein.

Elke jongere die uit het leven stapt, is een aanklacht tegen ons, volwassenen, die hun een wereld nalaten waarin zij voor zichzelf geen toekomst zien. Die ze alles hebben afgenomen waardoor zij nog zin kunnen hebben in het leven. Of erger nog: die ze alles hebben afgenomen, waardoor zij nog zin hadden kunnen geven aan het leven. Alles wat hun de moed gaf om het op te nemen tegen een werkelijkheid die niet beantwoordt aan hun verwachtingen.

Daar geldt geen enkel excuus meer. Wij zouden als volwassenen een voorbeeld moeten zijn, laten zien hoe het kan, hoe je volwassen kunt zijn. Maar wat laten wij ze zien? Het kan niet mooi zijn. Duizenden jongeren weigeren om volwassen te worden, om te worden zoals wij.

Ieder van ons is verantwoordelijk voor de wanhoop van al die ouders die elke dag een lege stoel moeten zien, van alle jongeren die een vriend, een vriendin missen, van alle leraars die zich blijven afvragen wat zij hadden kunnen doen. Ieder van ons blijft verantwoordelijk voor elke jongere die weigert volwassen te worden. Daar zijn medicaties of therapieën niet meer genoeg.

Daar wordt het tijd dat wij als volwassenen onszelf in vraag stellen en dat wij ons afvragen waar wij mee bezig zijn. Wat doen wij met onze wereld? Hoeveel jongeren moeten wij nog verliezen, voordat we als Vlamingen echt wakker zullen liggen? Voordat we hun duidelijk hebben gemaakt dat zij het beter kunnen doen dan wij? Dat zij het beter zullen doen, zolang ze maar het vertrouwen houden om in zichzelf en bij elkaar het houvast te vinden dat nodig is om aan de toekomst, hun toekomst, vorm te geven.

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=F33FBPJ6


zondag 4 november 2012

Mens en samenleving: Lezing Paul Verhaeghe

Inleveren voor of tegen het neoliberalisme - Paul Verhaeghe


Neoliberalisme was oorspronkelijk het streven naar een gereguleerde markt, waarbij marktinvloeden gecombineerd worden met overheidsinvloeden. Hiermee onderscheidde het neoliberalisme zich van het klassiek-liberalisme dat minimale overheidsinvloed beoogt en het is De term neoliberalisme stamt uit de jaren dertig van de twintigste eeuw en is sindsdien meermaals van betekenis veranderd. Tegenwoordig wordt de term vooral op negatieve wijze gehanteerd als politieke slogan[4] of 'politiek scheldwoord', waarbij onduidelijk blijft wat er exact mee bedoeld wordt, waarmee 'neoliberalisme' een essentially contested concept is geworden. De term wordt tegenwoordig vaak op negatieve wijze gebruikt door mensen die zich tegen vrije markten kerenocialisme dat méér overheidsinvloed nastreeft. Oorspronkelijk werd het neoliberalisme.

Definitie en ontwikkeling van het neoliberalisme
Oorspronkelijk, van de jaren dertig tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw, was het neoliberalisme een nieuwe, liberale filosofische stroming. In de jaren zestig verdween deze filosofische stroming en werd het begrip nauwelijks meer gehanteerd. In de jaren zeventig werd de term nieuw leven ingeblazen, maar nu op nadrukkelijk negatieve wijze. In de eenentwintigste eeuw, is neoliberalisme geen duidelijk omlijnd begrip meer; wat onder het begrip verstaan wordt, verschilt bovendien langs ideologische lijnen. Hiermee is de term verworden tot een essentially contested concept.
In het algemeen wordt de term, anders dan in de eerste helft van de twintigste eeuw, op negatieve wijze gebruikt als politieke slogan[4] of 'politiek scheldwoord
Ontstaan van he woord neoliberalisme

Walter Lippmann Colloquium:



De term neoliberalisme is in 1938 gelanceerd op het Walter Lippmann Colloquium in Parijs.
Op uitnodiging van de Franse filosoof Louis Rougier kwamen liberale intellectuelen en economen bijeen om een alternatief te ontwikkelen voor het in populariteit afgenomen klassiek-liberalisme en de als bedreigend ervaren opkomst van het collectivisme en socialisme.
De Franse econoom Bernard Lavergne introduceerde de term 'néo-liberalisme'.
De Duitse econoom Alexander Rüstow populariseerde deze term ('neoliberalismus').
Het colloquium definieerde neoliberalisme als "de prioriteit van het prijsmechanisme, het vrije ondernemerschap, het systeem van concurrentie en een sterke en onpartijdige staat.

Met de term neoliberalisme werd afstand genomen van het 19e-eeuwse laissez-faire-liberalisme. Deze beweging stond haaks op de tijdgeest van de jaren dertig die gekenmerkt werd door vergaand overheidsingrijpen in de economie (keynesiaanse theorie en totalitarisme in nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie). Het neoliberalisme omvatte verschillende economische en politieke concepten die een opleving van het liberalisme nastreefden. Overeenkomstig het klassiek-liberalisme keerden ook de meeste vertegenwoordigers van het neoliberalisme zich tegen actief ingrijpen van de staat in de economie, maar pleitte het neoliberalisme, anders dan het klassiek-liberalisme, voor overheidsbeleid dat beoogt concurrentie te bevorderen door het bestrijden van monopolies en oligopolies, met de nadruk op de onderlinge afhankelijkheid van de economische vrijheid en politiek beleid. Met neoliberalisme werd derhalve het streven naar een gereguleerde markt bedoeld, waarbij marktinvloeden gecombineerd worden met overheidsinvloeden. Hiermee onderscheidde het neoliberalisme zich van het klassiek-liberalisme dat minimale overheidsinvloed beoogt en het socialisme dat méér overheidsinvloed dan enkel regulering nastreeft. De nadruk lag hier zoals later ook op economische aspecten van het liberalisme en niet op burgerlijke vrijheden.
Paul Verhaeghe heeft ook een eigen mening over de term neoliberalisme:

Wie is Paul Verhaeghe:



Paul Verhaeghe (°5 november 1955) is van opleiding klinisch psycholoog, van vorming psychoanalyticus. Zijn eerste doctoraat (1985) handelde over hysterie, zijn tweede (1992) over psychodiagnostiek. Hij werkt als gewoon hoogleraar aan de universiteit van Gent. Sedert 2000 gaat zijn belangstelling vooral naar de invloed van maatschappelijke veranderingen op psychologische en psychiatrische moeilijkheden.
Paul Verhaeghe zijn visie:
Niet zo lang geleden werd de maatschappij bepaald door het samenspel tussen
minstens vier dimensies: het politieke, het religieuze, het economische en het
culturele – waarbij het politieke en het religieuze luik de doorslag gaven. Vandaag
zijn al die dimensies verdwenen: politiekers zijn voer voor Geert Hoste, over de
religie kunnen we best zwijgen en iedereen is kunstenaar. Er blijft maar één
dominant discours meer over, met name het economische. Wij leven in een
neoliberale samenleving waarin alles een product geworden is. Bovendien gaat dit
gepaard met een koppeling aan de zogenaamde meritocratie, waarbij iedereen
verantwoordelijk geacht wordt voor het eigen succes of de eigen mislukking – dit is
de mythe van de self made man. Als je slaagt, heb je het aan jezelf te danken, als je
mislukt ook en het belangrijkste criterium is winst, geld – het moet opbrengen, dat is
de boodschap.

Dit neoliberaal discours is dwingend aanwezig op alle mogelijke vlakken, het
bepaalt niet alleen de economie, maar ook de zorgsector, ook het onderwijs, ook het
onderzoek, ook de media. En zelfs daar stopt het niet: het neoliberalisme heeft
ondertussen onze identiteit ingekleurd, waardoor het nagenoeg onzichtbaar
geworden is. Vandaar ook het idee dat dit het einde van de geschiedenis zou zijn,
het punt waar we alle ideologieën kunnen opdoeken omdat het neoliberalisme zich
aandient als een weergave van de mens ‘zoals hij is’. De mens is nu eenmaal
egoïstisch en corrupt, zo luidt het, enkel uit op eigen voordeel en genot en altijd in
concurrentie met de ander  survival of the fittest, selfish genes, weet je wel? Wie
daar anders over denkt, is naïef en dom. Get real, dat is het ironische bevel
Dit is volgens derhalve geplaatst tussen het socialisme en het klassiek-liberalisme.
De term neoliberalisme stamt uit de jaren dertig van de twintigste eeuw en is sindsdien meermaals van betekenis veranderd. Tegenwoordig wordt de term vooral op negatieve wijze gehanteerd als politieke slogan of 'politiek scheldwoord', waarbij onduidelijk blijft wat er exact mee bedoeld wordt,
waarmee 'neoliberalisme' een essentially contested concept is geworden. De term wordt tegenwoordig vaak op negatieve wijze gebruikt door mensen die zich tegen vrije markten keren.

Het neoliberalisme is ronduit gevaarlijk op psychologisch vlak. Hier heb ik als
psychoanalyticus recht van spreken, dit is mijn vakgebied. Het is gevaarlijk omdat dit
systeem het slechtste in de mens naar boven haalt en het beste onderdrukt. Dit
gebeurde vooreerst op de werkvloer, maar ondertussen ook ten volle binnen ons
onderwijs, waardoor het zelfs de nieuwe identiteit bepaalt.
De financiële gevechten tussen de euro-landen illustreren wat een neoliberale
meritocratie met mensen doet. Solidariteit wordt een kostbare luxe en moet de plaats
ruimen voor steeds tijdelijke coalities met als voornaamste zorg dat men er meer winst uit haalt dan de anderen. Diepgaande sociale banden met collega’s zijn
daardoor nagenoeg uitgesloten, een emotionele betrokkenheid bij het werk zelf is er
nog nauwelijks en al helemaal niet meer bij het bedrijf of de organisatie. Pesten was
vroeger een probleem op de scholen, nu is het volop aanwezig op de werkvloer, als
een typisch symptoom van onmacht, waarbij de frustraties afgereageerd worden op
de zwaksten. Onderhuids leeft er angst, van faalangst tot ruimere sociale angst voor
die al te bedreigende ander.

Mijn mening:
Ik vind dat Paul Verhaegen gelijk heeft over het punt dat alles een product geworden is.
Het feit dat geld moet opbrengen is te zien aan de banken, het geld is bijna niks meer waard.
Het feit dat pesten meer en meer op komt in scholen en op het werkveld is duidelijk te zien, sommige kinderen zijn “schoolziek” door gepest te worden. Kinderen durven niet meer naar school komen of lopen alleen op de speelplaats omdat ze gepest worden.


Ik heb daar een paar artikels over gevonden:
1)       
Aantal klachten over pesten op het werk stijgt jaar na jaar

Bron: belga.be

Het aantal meldingen van pestgedrag op het werk blijft jaar na jaar toenemen. Dat blijkt uit cijfers van IDEWE, de grootste externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Federaal minister van Werk Monica De Coninck (sp.a) belooft een sensibiliseringscampagne. Dat schrijft De Morgen.

IDEWE ziet het aantal meldingen van ongewenst en grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer jaar na jaar toenemen. In 2005 kreeg de dienst 367 meldingen van ongewenst g2)edrag op het werk. Dat aantal bleef de voorbije jaren flink stijgen: van 536 in 2006 naar 588 in 2007, 642 in 2008, 727 in 2009, 778 in 2010 en 802 in 2011.

Volgens psychologe Evelien Moerenhout, preventieadviseur bij IDEWE, maken pesterijen 62 procent uit van het totale aantal klachten. Daarna volgen conflicten (23 procent), psychisch geweld (8 procent), seksueel geweld (5 procent) en fysiek geweld (2 procent).

Minister De Coninck is zich bewust van het probleem. "We bereiden momenteel een sensibiliseringscampagne voor over welzijn op het werk. Die zou in het najaar klaar moeten zijn. Pestgedrag zal daar een belangrijk deel van uitmaken. "Hoe de campagne er concreet zal uitzien is nog niet duidelijk. "Als we de pesterijen willen terugdringen moeten we vooral aan de mentaliteit werken. Dat geldt zowel voor de werkgevers en de personeelsdiensten als voor de slachtoffers zelf. Zij moeten naar buiten durven komen met hun verhaal."

 2)
Jongeren grootste slachtoffers van pestgedrag

Bron: belga.be

Volgens een enquête van Test-Aankoop over cyberpesten en pestgedrag op school en op de werkvloer, krijgt de jeugd het nog steeds het zwaarst te verduren. De consumentenorganisatie ondervroeg meer dan 700 Belgen tussen 18 en 64 jaar over hun ervaring met pesterijen als slachtoffer, dader of getuige.

Bijna 37 procent van de Belgen geeft aan ooit slachtoffer te zijn geweest van pestgedrag tijdens de studies en 27 procent zegt op het werk te zijn gepest tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête van Test-Aankoop (tussen november 2011 en februari 2012).

Pestgedrag
Ruim drie procent van de ondervraagden werd het afgelopen jaar gepest via het internet. "Meer en meer kinderen worden trouwens het doelwit van cyberpesten", aldus Test-Aankoop in een mededeling over de enquête die in haar septembereditie verschijnt.

Op het werk gaat pestgedrag in de helft van de gevallen uit van iemand met een hogere functie. Zo'n 40 procent van de slachtoffers voelt zich gedemotiveerd, tegenover 20 procent van de mensen die nooit werden gepest.

 3)
‘Markten zien dat eurozone op andere planeet leeft'

Bron: nta

‘De Europese leiders moeten nu snel met een geloofwaardig stappenplan komen voor meer politieke en economische integratie', waarschuwt PETER DE KEYZER, hoofdeconoom van BNPP Fortis